Jezus de Vriend van Jong en Oud
Jezus trachtte door het beschrijven van het werk van de Heilige Geest voor zijn discipelen hen te inspireren met de blijdschap en hoop die in zijn eigen hart leefde. Hij was blij over de overvloedige hulp die Hij zijn gemeente had geschonken. De Heilige Geest was de grootste van alle gaven die Hij van zijn Vader kon vragen voor de verheffing van zijn volk. De Geest zou gegeven worden als een wederbarende kracht… De zonde kon alleen weerstaan en overwonnen worden met de hulp van de derde Persoon van de Godheid die niet met beperkte kracht, maar in de volheid van goddelijke macht zou komen. De Geest bekrachtigt wat door de Verlosser der wereld is bewerkt. Door de Geest wordt het hart gereinigd. Door de Geest heeft de gelovige deel aan de goddelijke natuur. Christus heeft zijn Geest gegeven als een goddelijke macht om alle geërfde en aangekweekte neigingen tot het kwaad te overwinnen en zijn eigen karakter op de gemeente te drukken. Jezus had van de Geest gezegd: “Hij zal Mij verheerlijken.” De Heiland was gekomen om de Vader te verheerlijken door het openbaren van Zijn liefde. Zo zou de Geest Christus verheerlijken door zijn genade aan de wereld te openbaren. Gods beeld moet in de mens worden hersteld. De eer van God en van Christus zijn betrokken in het volmaken van het karakter van zijn volk. (Jezus, de Wens der Eeuwen, blz. 560).
Marian Pel